Training
‘Speelplezier, spelenderwijs voor- en vroegschoolse educatie’ is een pedagogisch en educatief centrumgericht programma voor kinderen die het risico lopen het onderwijscurriculum vanaf groep drie niet succesvol te kunnen doorlopen. Het programma is opgezet vanuit de visie van passend onderwijs zodat kinderen uit kansarme milieus samen met kinderen uit meer kansrijke milieus in één groep aan het aanbod deel kunnen nemen. Het betreft voor- en vroegschoolse educatie waarbij spel wordt gezien als de motor voor ontwikkeling. De Speelpleziermethodiek voor spelstimulering en spelend leren, die bestaat uit onderstaande dagelijkse speel-leerroutines, vormt dan ook de basis van VVE-Speelplezier.
Geleid spel in de grote groep
Spel- en taalaanbod
↓
Begeleide spelactiviteit in niveaus in de kleine groep
Spel- en taalruimte en feedback
↓
Vrij spel binnen en buiten individueel of samen
Spel- en taalruimte en feedback
Inhoud en opzet training: Speelplezier, spelenderwijs vóór- en vroegschoolse educatie.
Doelgroep: beroepskrachten van kindcentra die na een kennismakingsworkshop VVE Speelplezier willen gaan invoeren of nog niet VVE-Speelplezier gecertificeerde beroepskrachten van VVE-Speelplezierlocaties.
De training bestaat uit onderstaande 10 bijeenkomsten:
- Speelplezier in en om de huishoek Stap 1: geleid spel in de grote groep en organisatie en observatie van het vrije spel;
- Speelplezier in en om de huishoek stap 2: geleid spel in de grote groep, begeleid rollenspel en organisatie en observatie van het vrije spel;
- Werken met aan SLO-doelen gekoppelde Speelplezier tussendoortjes in de grote groep. (In de kleutergroepen ook nog in de 1 /4e groep in drie niveaus).
- Speelplezier in en om de huishoek stap 2: geleid spel in de grote groep, begeleid rollenspel in de kleine groep en organisatie en observatie van het vrije spel:
- Speelplezier in en om het atelier stap 3: geleid spel in de grote groep, begeleid exploratie- en constructiespel in de kleine groep en organisatie en observatie van het vrije spel;
- Speelplezier in en om de bouwhoek stap 4: geleid spel in de grote groep, begeleid constructiespel in de kleine groep, organisatie en observatie van het vrije spel;
- We spelen een boek: geleid spel in de grote groep, begeleid tafelpoppenspel en voorlezen in de kleine groep en organisatie en observatie van het vrije spel;
- Speelplezier in en om de winkel: geleid spel in de grote groep, begeleid winkelspel in de kleine groep en organisatie en observatie van het vrije spel;
- Verdieping vrij spel en extra zorg in vorm van een sessie spelbegeleiding;
- Certificeringsbijeenkomst met eindpresentaties.
Verder bestaat de training nog uit:
- minimaal acht begeleidingsbezoeken;
- een keer begeleiding bij het herinrichten van het groepslokaal;
- zelfstudie in de vorm van online-videocursussen.
Voor VVE-koppels die samen de bijeenkomsten bijwonen, wordt de groep steeds na de pauze opgesplitst in één groep voor Pm-ers en één groep voor leerkrachten.
Vanaf de aanvang van de training leidt de Speelpleziertrainer gelijktijdig een Speelplezier procesbegeleider op. De Speelplezier (proces-)begeleider organiseert na iedere bijeenkomst een werkvergadering waarin een uitgevoerd speel-leerthema wordt geëvalueerd en een nieuw speel-leerthema wordt voorbereid. De Speelplezier procesbegeleider zorgt dat aan ieder speel-leerthema ouderbetrokkenheid wordt verbonden. Tips hiervoor staan in de hand-out van de Speelplezier bijeenkomsten alsook in de publicatie Speelplezier, spelenderwijs vóór- en vroegschoolse educatie.
De deelnemers houden op een aangereikt format een portfolio bij. Het portfolio bevat ook een afkruislijst waarop de gecertificeerde Speelpleziertrainer of de gecertificeerde, aan de locatie verbonden, Speelplezier begeleider de opdrachten en consultatiemomenten afkruist. Op de laatste pagina van het portfolio staat een competentie-lijst die samen met de Speelpleziertrainer of – begeleider moet worden ingevuld.
Doelen:
De deelnemers hebben kennis van:
• het belang van spelenderwijs voor- en vroegschoolse educatie;
• spelontwikkeling in samenhang met de taalontwikkeling, de reken-wiskunde ontwikkeling, de
motorische ontwikkeling en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
De pedagogisch medewerkers en leerkrachten hebben concrete handvatten en vaardigheden voor:
• het dagelijks uitvoeren van de Speelplezier speel-leerroutines: demonstratiespel, gezamenlijk
(hand-)pantomimespel en de Speelplezier tussendoortjes in de grote en in een kleine groep;
• het dagelijks uitvoeren van de Speelplezier begeleide activiteit in de kleine groep.
• het faciliteren, organiseren, observeren en begeleiden van de speel-werktijden en het vrije spel;
• kindvolgend meespelen en spel verrijken;
• het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in het Groeiboek en in de Groeiwijzer ( op papier of als web-applicatie.
• het inrichten van een speel-leeromgeving met hoeken;
• het stimuleren van ouderbetrokkenheid.
De trainingsbijeenkomsten
De 10 trainingsbijeenkomsten kenmerken zich door:
• de voortdurende koppeling van theorie aan de dagelijkse praktijk (anekdotes, filmbeelden en zelf
laten ervaren);
• demonstraties van de trainer en kijken naar Speelplezier-instructiefilms;
• in groepjes oefenen van spelvaardigheden, zoals het binnen een spelcontext uitbeelden van woorden en het al spelend verwoorden van innerlijke gedachtes.
Begeleiding op de werkvloer*
De Speelpleziertrainer of een aan het kindcentrum, de kinderopvang of school verbonden Speelplezier gecertificeerde begeleider begeleidt:
– het hele team een dagdeel bij het herinrichten van de groep;
– iedereen minimaal 8 x bij de uitvoering van de Speelplezier speel-leerroutines op de werkvloer. De gecertificeerde Speelpleziertrainer of de, aan de locatie verbonden, Speelplezierbegeleider
wisselt observeren en model staan door mee te doen af met filmen. Achteraf wordt gereflecteerd aan de hand van de reflectieformulieren in het portfolio.
* Zo lang de ‘1,5 meter afstand regel’ geldt, wordt de begeleiding op de werkvloer vervangen door een locatiebezoek waarin één op één of in teamverband op een onderlinge afstand van 1,5 meter, wordt gereflecteerd aan de hand van filmfragmenten. Daarnaast wordt de speel-leeromgeving bekeken.
Vve-Speelplezier certificeringseisen:
De pedagogisch medewerker of leerkracht heeft:
• 100% van de bijeenkomsten bijgewoond (bij afwezigheid door overmacht kunnen, indien mogelijk,
maximaal twee bijeenkomsten op een ander moment op een andere plek of op een alternatieve
manier worden ingehaald);
• een voldoende beoordeling van het Speelplezierportfolio;
• voert dagelijks de Speelplezier speel-leerroutines uit;
• is minimaal 8 x begeleid op de werkvloer;
• beschikt over 80 % van de competenties, beschreven in het Speelplezier competentieformulier.
De Speelplezier procesbegeleider:
• heeft 100 % van de bijeenkomsten gevolgd
• heeft alle door de Speelplezier trainer verzorgde begeleidingsmomenten bijgewoond;
• de thema’s met de collega’s voorbereid en geëvalueerd.
N.B.: een gecertificeerde procesbegeleider kan naar wens worden opgeleid tot aan de organisatie verbonden gecertificeerde Speelplezier begeleider. De gecertificeerde Speelplezierbegeleider kan, als binnen de eigen organisatie nieuwe werknemers getraind worden, zelfstandig de acht begeleidingsbezoeken op de werkvloer verzorgen.
Duur van de training: minimaal 1 en maximaal 2 jaar.
Studiebelasting:
48 contacturen
35 uur zelfstudie
Voor behoud van het Speelpleziercertificaat moet je jaarlijks deelnemen aan minimaal één Speelplezier nascholingsbijeenkomst gekoppeld aan één begeleidingsmoment op de werkvloer. Je ontvangt daarvoor een Speelplezier nascholingsbewijs.
Bent u geïnteresseerd in een training VVE-Speelplezier? klik hier